DE DOOD

komt soms als een dief in de nacht,
geruisloos sluipt hij je leven in, plots en onverwacht.

Soms wordt zijn komst aangekondigd, en
duurt het levenseinde tergend traag, terwijl hij stil toekijkt
                                        en wacht.
Waarom blijft men voor de dood toch zo bevreesd?
Ik meen dat het is omdat je 't bekende achterlaat en
                                        de angst voor 't onbekende overheerst

Zou het anders zijn als men een glimp van de overzijde kon zien?
Zou de dood dan beter te aanvaarden, zelfs uitnodigend
                                        kunnen zijn misschien?

Als mijn einde in de sterren zou geschreven staan,
zou ik dan kunnen berusten, het aanvaarden of zou ik verbitterd
zijn of verbetener met 't mij nog resterende leven omgaan?

                    Een dode, vervagende harde trekken,
                    zacht als een wassen pop

                    De strijd is gestreden,
                    alle leed geleden
                    bevrijd van alle zorgen
                    van alle aardse nevels ontdaan

soms zal zelfs een lichte glimlach, spottend lijkt het wel, je niet ontgaan.

Zou er dan toch een dimensie bestaan,
waar de mens als een god de aarde aanschouwt
en mededogen heeft met zij die “de weg” nog verder moeten gaan?