LA CORRIDA

In 't weiland, fel aftekenend tegen de azuurblauwe lucht,
een zwarte massa.
In de arena, tegenover de man in maatpak en
goudbrokaat,
mens en dier, een ongelijke strijd in “La Corrida”.
Opgehitst en door de zon verblind rent hij de arena in
door 't aangeharkte zand.
Opgeheven hoofd, soepel in bewegingen, een uitstraling van
kracht.

Wat wordt er van hem verwacht?
Hij staat alleen tegenover zo'n overmacht.
De eerste steek wordt toegebracht, de lans hoog in de schoftt
geplant.
Door man en geharnast paard als aan de centaur verwant.
Behendig ploft men kleurige linten in de rug,
geen weg terug, hij rent en rent,
tot amusement van heel de circustent.
Laffe plagers met rode capes laten hem rondjes draaien.
Moe, getergd en door bloedverlies, valt het hem zwaar
te ademhalen.
De flanken gaan op en neer,
de tong hangt hijgend uit de mond.
Wazig kijkt hij de arena rond.

Het bloed kleurt donker tegen de zwarte vacht.
Hij voelt de doffe pijn, het afnemen van de kracht.

Hoofd en schouders laat hij hangen, zijn strijd is gestreden.

Hij heeft genoeg geleden.

De “doder” nadert, het lemmet van het zwaard ontbloot.
Hij steekt toe, het bevrijdend moment, de dood,

Het arenazand kleurt rood......